Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor vinst in het Zweeds

vinst:

vinst [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vinst
    avkastning; vinst; behållning
  2. vinst
    vinst; utbyte; skörd
    • vinst [-en] zelfstandig naamwoord
    • utbyte zelfstandig naamwoord
    • skörd [-en] zelfstandig naamwoord
  3. vinst
    vinst; utbyte; avkastning
  4. vinst
    förtjänst; vinning; överskott; avkastning; vinst; avans; profit
  5. vinst
    fördel; vinst; förtjänst; profit
    • fördel [-en] zelfstandig naamwoord
    • vinst [-en] zelfstandig naamwoord
    • förtjänst [-en] zelfstandig naamwoord
    • profit [-en] zelfstandig naamwoord
  6. vinst
    vinst
    • vinst [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "vinst":


Verwante synoniemen voor vinst