Utsliten: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

utsliten:
- verlopen; aan lager wal; bekaf; afgesloofd; doorgesleten; versleten; vervallen; afgeleefd; oud; afgedragen; afgetrapt
- verslijten; slijten
Wiktionary:
- utsliten → oud
- utsliten → afgedragen, versleten, oud

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor utsliten (Zweeds) in het Nederlands

utsliten (sjaskig; sjaskigt; malätet; utslitet)
verlopen; aan lager wal
- verlopen bijvoeglijk naamwoord
- aan lager wal bijvoeglijk naamwoord
utsliten (utslitet)
bekaf
- bekaf bijvoeglijk naamwoord
utsliten
afgesloofd
- afgesloofd bijvoeglijk naamwoord
utsliten (använt; buren; buret; utslitet)
doorgesleten
- doorgesleten bijvoeglijk naamwoord
utsliten (slitet; sliten; utslitet)
versleten; vervallen; afgeleefd; oud; afgedragen; afgetrapt
- versleten bijvoeglijk naamwoord
- vervallen bijvoeglijk naamwoord
- afgeleefd bijvoeglijk naamwoord
- oud bijvoeglijk naamwoord
- afgedragen bijvoeglijk naamwoord
- afgetrapt bijvoeglijk naamwoord

utsliten (utmattande)
verslijten; slijten
- verslijten [znw.] zelfstandig naamwoord
- slijten [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slijten	utmattande; utsliten
verlopen		upphörd att gälla
verslijten	utmattande; utsliten
vervallen		övergående
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slijten		nötas ut; sälja; tillbringa; utnötas; utslitas
verlopen		förgå; gå förbi; hända; passera; ske
verslijten		nötas ut; utnötas; utslitas
vervallen		avta; falla samman; förfalla; förgå; gå förbi; gå nedförsbacke; gå ner; gå under; hända; minska; passera; sjunka; ske; slutta; sönderfalla
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgeleefd	sliten; slitet; utsliten; utslitet
afgesloofd	utsliten
bekaf	utsliten; utslitet
oud	sliten; slitet; utsliten; utslitet	antik; antikt; avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt; åldrad; åldrat
versleten	sliten; slitet; utsliten; utslitet
vervallen	sliten; slitet; utsliten; utslitet	förfallet; förfluten; förflutet; utgången; utgånget
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aan lager wal	malätet; sjaskig; sjaskigt; utsliten; utslitet
afgedragen	sliten; slitet; utsliten; utslitet
afgetrapt	sliten; slitet; utsliten; utslitet
doorgesleten	använt; buren; buret; utsliten; utslitet
verlopen	malätet; sjaskig; sjaskigt; utsliten; utslitet	förfallet; förfluten; förflutet; i trasor; oansenlig; oansenligt; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt; utgången; utgånget

utsliten

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• utsliten	→ afgedragen; versleten	↔ decrepit — weakened or worn out
• utsliten	→ oud	↔ old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time