Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. smink:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor smink (Zweeds) in het Nederlands

smink:

smink [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. smink (kosmetika; försköning; makeup)
    de opmaak; de make-up; de schmink; de cosmetica; visagie; de grime
    • opmaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • make-up [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schmink [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • cosmetica [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • visagie [znw.] zelfstandig naamwoord
    • grime [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor smink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cosmetica försköning; kosmetika; makeup; smink kosmetika; kosmetikaindustri
grime försköning; kosmetika; makeup; smink makeup; sminkning
make-up försköning; kosmetika; makeup; smink kosmetika; makeup; sminkning
opmaak försköning; kosmetika; makeup; smink format; kosmetika
schmink försköning; kosmetika; makeup; smink kosmetika; makeup; sminkning
visagie försköning; kosmetika; makeup; smink

Synoniemen voor "smink":


Wiktionary: smink


Cross Translation:
FromToVia
smink blanketsel; make-up; schmink fard — cosmétologie|fr enduit qu’on appliquer sur la peau ou une partie du visage pour la colorer ou pour la protéger.
smink blanketsel; make-up; schmink maquillageaction de maquiller ou résultat de cette action.