Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. småbarn:
  2. små barn:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor småbarn (Zweeds) in het Nederlands

småbarn:

småbarn [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. småbarn
    kleine kinderen
  2. småbarn
    het kindjes
    • kindjes [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. småbarn
    het kindertjes
  4. småbarn
    wichtjes
  5. småbarn (baby; bebis)
    het babytje
    • babytje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor småbarn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babytje baby; bebis; småbarn
kindertjes småbarn
kindjes småbarn
kleine kinderen småbarn
wichtjes småbarn

Synoniemen voor "småbarn":


Wiktionary: småbarn


Cross Translation:
FromToVia
småbarn peuter toddler — young human child

små barn:

små barn zelfstandig naamwoord

  1. små barn (knattar)
    het kleingoed; het grut; de kriel
    • kleingoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grut [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kriel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor små barn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grut knattar; små barn
kleingoed knattar; små barn
kriel knattar; små barn dvärg höna; liten potatis