Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Påsk:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor påsk (Zweeds) in het Nederlands

Påsk:

Påsk zelfstandig naamwoord

  1. Påsk
    de Pasen; de paas
    • Pasen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paas [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Påsk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pasen Påsk
paas Påsk


Wiktionary: påsk


Cross Translation:
FromToVia
påsk Pasen; Paasfeest Easter — Christian holiday
påsk Pasen OsternChristentum: Fest der Auferstehung Jesu Christi, beginnend zum Sonntag nach dem ersten Frühlingsvollmond