Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. klausul:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klausul (Zweeds) in het Nederlands

klausul:

klausul [-en] zelfstandig naamwoord

  1. klausul
    de clausule; het beding; het artikel
    • clausule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. klausul (reservation; förehåll)
    de voorwaarde; het voorbehoud; de restrictie
  3. klausul (fras; passus)
    de zinsnede

Vertaal Matrix voor klausul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel klausul artikel; lagparagraf; publikation; punkt; skrift; tryckalster
beding klausul bestämmelse; betingelse; kriterium; villkor
clausule klausul avtalsklausul
restrictie förehåll; klausul; reservation begränsning; gräns; inskränkning
voorbehoud förehåll; klausul; reservation förbehåll; restriktion
voorwaarde förehåll; klausul; reservation antagande; bestämmelse; betingelse; försats; kriterium; premiss; villkor
zinsnede fras; klausul; passus

Synoniemen voor "klausul":


Wiktionary: klausul


Cross Translation:
FromToVia
klausul clausule clause — separate part of a contract
klausul clausule KlauselMathematik: Boolesche Funktion, die ausschließlich durch die disjunktive Verknüpfung von Literalen gebildet wird