Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kal:
  2. kål:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kål (Zweeds) in het Nederlands

kal:

kal bijvoeglijk naamwoord

  1. kal (kalt)
    kaal; onbehaard; zonder haar
  2. kal (kalt; karg; torftigt; torrt)
    onbegroeid; bar
  3. kal (avlövat; kalt)
    ontbladerd

Vertaal Matrix voor kal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar bar; barskåp; krog; skänkrum
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar kal; kalt; karg; torftigt; torrt eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt
kaal kal; kalt karg; ogästvänlig
onbegroeid kal; kalt; karg; torftigt; torrt
onbehaard kal; kalt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontbladerd avlövat; kal; kalt
zonder haar kal; kalt

Synoniemen voor "kal":


Wiktionary: kal


Cross Translation:
FromToVia
kal kaal; kaalhoofdig chauve — Qui n’a plus de cheveux

kål:

kål zelfstandig naamwoord

  1. kål
    de kool
    • kool [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kål:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kool kål kol; stenkolbitar

Wiktionary: kål


Cross Translation:
FromToVia
kål kool cabbage — plant
kål kool KohlBotanik: zu den Kreuzblütengewächsen (Brassicaceae) gehörende Gemüsepflanze (Brassica oleracea)
kål kool chou — Plante.

Verwante vertalingen van kål