Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gammal:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gammal (Zweeds) in het Nederlands

gammal:

gammal bijvoeglijk naamwoord

  1. gammal (äldre; gammalt)
    bejaard; ouwelijk
  2. gammal (gammalt)
    oude
    • oude bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gammal:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaard gammal; gammalt; äldre åldrad; åldrat
ouwelijk gammal; gammalt; äldre
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oude gammal; gammalt

Synoniemen voor "gammal":

  • forntida; ldrig; ldrad; mossig; lderstigen

Wiktionary: gammal

gammal
adjective
  1. oud mens, dier
  2. oud ding, concept

Cross Translation:
FromToVia
gammal oud old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
gammal oud old — of a living being: having lived for relatively many years
gammal oud alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
gammal oudheid ancien — Qui exister depuis très longtemps.
gammal bejaard; oud; vergevorderd; aftands; bouwvallig; gammel; uitgeleefd; uitgewoond; wrak vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).

Verwante vertalingen van gammal