Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fokus:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fokus (Zweeds) in het Nederlands

fokus:

fokus [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. fokus (brännpunkt)
    de focus; het brandpunt
    • focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • brandpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. fokus
    de focus
    • focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. fokus

Vertaal Matrix voor fokus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brandpunt brännpunkt; fokus
focus brännpunkt; fokus
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
invoerfocus fokus

Synoniemen voor "fokus":


Wiktionary: fokus


Cross Translation:
FromToVia
fokus middelpunt center — topic of particular importance in a given context
fokus brandpunt; focus focus — in optics
fokus brandpunt focus — fact of the convergence of light on the photographic medium
fokus brandpunt focus — quality of the convergence of light on the photographic medium
fokus focus focus — concentration of attention
fokus focus; brandpunt FokusOptik: Punkt, in dem sich achsenparallel einfallende Strahlen nach der Brechung durch eine Linse bzw. Reflexion durch einen Hohlspiegel schneiden