Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: elefant

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: elefant

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

elefant:
- olifant
Wiktionary:
- elefant → olifant, elp, elpendier

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor elefant (Zweeds) in het Nederlands

elefant:

elefant [-en] zelfstandig naamwoord

elefant
de olifant
- olifant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor elefant:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
olifant	elefant

Wiktionary: elefant

Cross Translation:

From	To	Via
• elefant	→ olifant; elp; elpendier	↔ elephant — mammal
• elefant	→ olifant	↔ Elefant — Zoologie: großes an Land lebendes Säugetier, mithin ein grauer oder bräunlicher Dickhäuter mit auffällig großen Stoßzahn und Ohren aus der Familie der Rüsseltiere
• elefant	→ olifant	↔ éléphant — zoologie\|nocat=1 Nom vernaculaire donné à certains mammifères pachydermes terrestres de grande taille, munis de deux défenses (ou cornes) en ivoire, d’une trompe, et qui appartiennent à la famille des Éléphantidés. Ils poussent leur cri en barrir.