Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: de-

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: de-

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

de:
- men
öde:
- eenzaam; desolaat; afgezonderd; verlaten; uitgestorven; schraal; dor
- lotsbestemming; lot; levenslot; voorbeschikking; predestinatie
- fortuintje
Wiktionary:
- de- → ver-, ont-
- de → de, het, zij, ze
- öde → lot, woest, braakliggend, noodlot, fortuin, levenslot, bestemming, lotsbestemming, voorland

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

de:
- det; den
- det
Wiktionary:
- de → ha möjlighet att, i stånd att, kapabel, grina, den, det, de, -n, -en, -t, -et, -na, -a, du, ni, Du, Ni

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor de- (Zweeds) in het Nederlands

de:

de

de (dom)
men
- men

Vertaal Matrix voor de:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
men	de; dom

Synoniemen voor "de":

dslig; enslig; folktom; tom; obebodd

Wiktionary: de

Cross Translation:

From	To	Via
• de	→ de; het	↔ the — article
• de	→ de; het	↔ the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
• de	→ de; het	↔ the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
• de	→ de; het	↔ the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
• de	→ het	↔ the — with a superlative
• de	→ zij; ze	↔ they — third-person plural pronoun
• de	→ ze	↔ they — one, people, some people

öde:

öde bijvoeglijk naamwoord

öde (isolerat; övergivet; bortglömt; bortglömd)
eenzaam; desolaat; afgezonderd; verlaten
- eenzaam bijvoeglijk naamwoord
- desolaat bijvoeglijk naamwoord
- afgezonderd bijvoeglijk naamwoord
- verlaten bijvoeglijk naamwoord
öde (ödslig; ödsligt; folktomt)
uitgestorven
- uitgestorven bijvoeglijk naamwoord
öde (ofruktbar; kargt; fattig; fattigt; ödsligt; ofruktbart)
schraal; dor
- schraal bijvoeglijk naamwoord
- dor bijvoeglijk naamwoord

öde zelfstandig naamwoord

öde (lott)
de lotsbestemming; de lot
- lotsbestemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lot [de ~] zelfstandig naamwoord
öde
het levenslot
- levenslot [het ~] zelfstandig naamwoord
öde (förutbestämmelse)
de voorbeschikking; de predestinatie
- voorbeschikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- predestinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

öde [-ett] zelfstandig naamwoord

öde (levnadslott; lycka)
het fortuintje
- fortuintje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor öde:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fortuintje	levnadslott; lycka; öde
levenslot	öde
lot	lott; öde	lott; lottsedel
lotsbestemming	lott; öde
predestinatie	förutbestämmelse; öde
verlaten		avgång; avsked
voorbeschikking	förutbestämmelse; öde
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verlaten		avgå ifrån; avresa; lämna i sticket; överge
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgezonderd	bortglömd; bortglömt; isolerat; öde; övergivet	isolerad
desolaat	bortglömd; bortglömt; isolerat; öde; övergivet
dor	fattig; fattigt; kargt; ofruktbar; ofruktbart; öde; ödsligt	torkad; torkat
eenzaam	bortglömd; bortglömt; isolerat; öde; övergivet
schraal	fattig; fattigt; kargt; ofruktbar; ofruktbart; öde; ödsligt	anspråkslöst; fattig; fattigt; förtorkad; förtorkat; knapert; mager; magert; modest; pretantionslös; pretantionslöst; skadat av torka; skinntorrt; torr; torrt; tunt; utmärglad; utmärglat; uttorkat
uitgestorven	folktomt; öde; ödslig; ödsligt
verlaten	bortglömd; bortglömt; isolerat; öde; övergivet

Wiktionary: öde

Cross Translation:

From	To	Via
• öde	→ lot	↔ destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things
• öde	→ lot	↔ fate — destiny
• öde	→ woest; braakliggend	↔ waste — barren
• öde	→ lot; noodlot	↔ Schicksal — kein Plural: die höhere Macht, welche die Zukunft der/eines Menschen beliebig beeinflusst und lenkt
• öde	→ fortuin; lot; levenslot; bestemming; lotsbestemming; voorland	↔ destinée — destin particulier d’une personne ou d’une chose.

Wiktionary: de-

Cross Translation:

From	To	Via
• de-	→ ver-; ont-	↔ de- — reversal, undoing or removing

Verwante vertalingen van de-

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor de- (Nederlands) in het Zweeds

de:

de

de
det; den
- det
- den

de bijvoeglijk naamwoord

de
det
- det bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor de:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
den	de
det	de	het; opdat; zodat
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
det	de	dat

Wiktionary: de

Cross Translation:

From	To	Via
• de	→ ha möjlighet att; i stånd att; kapabel	↔ able — permitted to
• de	→ grina	↔ sneer — raise a corner of the upper lip slightly in scorn
• de	→ den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a	↔ the — article
• de	→ den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a	↔ the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
• de	→ den; det; de	↔ the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
• de	→ den; det; de	↔ the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
• de	→ -n; -en; -t; -et; -na; -a	↔ the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
• de	→ du; ni; Du; Ni	↔ you — the individual or group spoken/written to

Verwante vertalingen van de-