Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. botaniker:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor botaniker (Zweeds) in het Nederlands

botaniker:

botaniker [-en] zelfstandig naamwoord

  1. botaniker
    de botanicus; de plantkundige
  2. botaniker (örtkännare)
    de kruidendokter

Vertaal Matrix voor botaniker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
botanicus botaniker
kruidendokter botaniker; örtkännare
plantkundige botaniker

Synoniemen voor "botaniker":

  • botanist

Wiktionary: botaniker


Cross Translation:
FromToVia
botaniker botanicus botanist — a person engaged in botany
botaniker botanicus botaniste — Celui ou celle qui étudie les végétal.