Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vara (Zweeds) in het Nederlands

vara:

vara [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. vara (handelsvara)
    de handelswaar; de koopwaar; de nering; de koophandel; de handel; de waar; de klandizie
    • handelswaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koopwaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • nering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • koophandel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klandizie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. vara
  3. vara
    het product
    • product [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vara:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handel handelsvara; vara affärer; arbetet; fast tag; fattning; förhandling; grepp; handel; handelsdriva; kommers; marknad
handelswaar handelsvara; vara gods; handelsvaror; varor
klandizie handelsvara; vara klientel; kundkrets
koophandel handelsvara; vara förhandling; handelsdriva
koopwaar handelsvara; vara artiklar; gods; handelsvaror; produkter; varor
nering handelsvara; vara arbetet; handelsdriva
product vara avkastning; behållning; fabricera; vinst
waar handelsvara; vara artiklar; gods; grejor; handelsvaror; produkter; saker; varor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar riktig; riktighet; säkerligen; verklig; verkligt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
basisproduct vara
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
basisproduct råvara
waar varthän

Synoniemen voor "vara":


Wiktionary: vara

vara
verb
  1. bestaan
  2. zich bevinden.
  3. gelijk zijn aan.
  4. tot de groep behoren van
  5. de eigenschap hebben.
  6. zijn + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd van ergatieven
  7. zijn + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd van de lijdende vorm

Cross Translation:
FromToVia
vara wezen; liggen; zitten; staan; zijn be — occupy a place
vara plaatsvinden; zijn be — occur, take place
vara bestaan; zijn be — exist
vara zijn be — elliptical form of "be here", or similar
vara zijn be — used to indicate that the subject and object are the same
vara zijn be — used to indicate that the subject plays the role of the predicate nominative
vara zijn be — used to connect a noun to an adjective that describes it
vara zijn be — used to indicate that the subject has the qualities described by a noun or noun phrase
vara zijn be — used to indicate weather, air quality, or the like
vara zijn be — (archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs
vara bestaan consist — to be composed (of)
vara goederen; waar goods — that which is produced, traded, bought or sold
vara duren last — endure, continue over time
vara volhouden last — to hold out
vara product product — commodity for sale
vara waar Ware — durch Handel oder Tausch erwerbbares Gut
vara duren dauern — (intransitiv) über bestimmten Zeitraum erstrecken, für eine bestimmt Zeitspanne anhalten, währen
vara zijn sein — Kopula, die dem Subjekt ein logisches Prädikat zuordnet
vara waar; handelswaar denrée — Tout ce qui se vendre pour la nourriture des hommes ou des animaux, marchandise.
vara waar; handelswaar; koopwaar marchandise — Ce qui se vendre, se débiter, soit en gros, soit en détail, dans les boutiques, magasins, foires, marchés, etc.
vara ding; voorwerp; waar; handelswaar; product; middel; werktuig; stuk gereedschap; instrument; inkomen; ontvangst; opbrengst; verdienste produitrésultat créatif de l’activité humaine.
vara zijn être — Verbe

Verwante vertalingen van vara