Zweeds
Uitgebreide vertaling voor vackert (Zweeds) in het Nederlands
vackert:
-
vackert (se bra ut; snygg; snyggt)
mooi; knap; goed ogend; welgevallig; attractief; fraai-
mooi bijvoeglijk naamwoord
-
knap bijvoeglijk naamwoord
-
goed ogend bijvoeglijk naamwoord
-
welgevallig bijvoeglijk naamwoord
-
attractief bijvoeglijk naamwoord
-
fraai bijvoeglijk naamwoord
-
-
vackert (snyggt; attraktiv; attraktivt; söt; sött)
mooi; knap; schoon; welgemaakt; bevallig-
mooi bijvoeglijk naamwoord
-
knap bijvoeglijk naamwoord
-
schoon bijvoeglijk naamwoord
-
welgemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
bevallig bijvoeglijk naamwoord
-
-
vackert (förtjusande; älsklig; ljuvligt; tjusig; älskligt; tjusigt; förtjusandet)
lieftallig-
lieftallig bijvoeglijk naamwoord
-