Våldsam in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

våldsam:
- heftig; onstuimig; onbeheerst; aanrandend; felle; intens; hevig
Wiktionary:
- våldsam → gewelddadig, spinnijdig, verbolgen, woedend, woest, dol, doldriftig, verwoed

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor våldsam (Zweeds) in het Nederlands

våldsam (stormig; stormigt)
heftig; onstuimig; onbeheerst
- heftig bijvoeglijk naamwoord
- onstuimig bijvoeglijk naamwoord
- onbeheerst bijvoeglijk naamwoord
våldsam (våldsamt)
aanrandend
- aanrandend bijvoeglijk naamwoord
våldsam (häftig; vilt; häftigt; våldsamt)
felle
- felle bijvoeglijk naamwoord
våldsam (intensiv; häftigt; våldsamt; kraftigt; massiv; massivt)
heftig; intens; hevig
- heftig bijvoeglijk naamwoord
- intens bijvoeglijk naamwoord
- hevig bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
heftig	häftigt; intensiv; kraftigt; massiv; massivt; stormig; stormigt; våldsam; våldsamt	folkilskt; hetsig; hetsigt; häftig; häftighet; häftigt; hård; hårt; ilsken; ilsket; kraftig; kraftigt; lidelse; lidelsefullt; obalanserat; obehärskad; obehärskat; oregerlig; oregerligt; passionerad; passionerat; vildsint; vilt; våldsamt
hevig	häftigt; intensiv; kraftigt; massiv; massivt; våldsam; våldsamt	brännande; folkilskt; häftig; häftighet; häftigt; hård; hårt; ilsken; ilsket; kraftig; kraftigt; lidelse; lysande; vildsint; vilt; våldsamt
intens	häftigt; intensiv; kraftigt; massiv; massivt; våldsam; våldsamt	djup; innerlig; innerligt
onbeheerst	stormig; stormigt; våldsam	obalanserat; obehärskad; obehärskat; oregerlig; oregerligt
onstuimig	stormig; stormigt; våldsam	obalanserat; obehärskad; obehärskat; okontrollerad; okontrollerat; oregerlig; oregerligt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanrandend	våldsam; våldsamt
felle	häftig; häftigt; vilt; våldsam; våldsamt

Cross Translation:

From	To	Via
• våldsam	→ gewelddadig	↔ violent — involving physical conflict
• våldsam	→ gewelddadig	↔ violent — likely to use physical force
• våldsam	→ spinnijdig; verbolgen; woedend; woest; dol; doldriftig; verwoed	↔ furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie.