Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor värd (Zweeds) in het Nederlands

värd:

värd bijvoeglijk naamwoord

  1. värd (värt)
    waard
    • waard bijvoeglijk naamwoord

värd zelfstandig naamwoord

  1. värd
    de gastheer
    • gastheer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. värd
    de host
    • host [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. värd
  4. värd (värdleverantör)

Vertaal Matrix voor värd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gastheer värd
host värd värddator
waard affärsinnehavare; föreståndare; krögare; värdshusvärd; ägare
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waard värd; värt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoster värd; värdleverantör
hosting värd
hostserviceprovider värd; värdleverantör

Synoniemen voor "värd":


Wiktionary: värd


Cross Translation:
FromToVia
värd gastgever; gastvrouw; gastheer host — person who receives or entertains a guest
värd organisator; gastgever host — person or organisation responsible for running an event
värd gastheer host — biology: cell or organism which harbors another organism
värd herbergier; logementhouder; waard; waardin aubergiste — Celui ou celle qui tenir auberge.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van värd