Zweeds
Uitgebreide vertaling voor utpräglad (Zweeds) in het Nederlands
utpräglad:
-
utpräglad (uttalad; distinkt)
uitgesproken; geprononceerd; onmiskenbaar; ondubbelzinnig; markant-
uitgesproken bijvoeglijk naamwoord
-
geprononceerd bijvoeglijk naamwoord
-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
ondubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
markant bijvoeglijk naamwoord
-
-
utpräglad
het distinctief
Vertaal Matrix voor utpräglad:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
distinctief | utpräglad | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geprononceerd | distinkt; utpräglad; uttalad | |
markant | distinkt; utpräglad; uttalad | |
ondubbelzinnig | distinkt; utpräglad; uttalad | otvedydig; otvedydigt |
onmiskenbaar | distinkt; utpräglad; uttalad | obestridligt; ofelbart; oförneklig; oförnekligt; otvekbart; otvetydig; otvetydigt; tydlig; uppenbar; uppenbart |
uitgesproken | distinkt; utpräglad; uttalad |