Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. utgang:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor utgang (Zweeds) in het Nederlands

utgang:

utgang [-en] zelfstandig naamwoord

  1. utgang (angelägenhet; fråga; ämne; sak; resultat)
    het issue; de kwestie; de punt
    • issue [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • punt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor utgang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
issue angelägenhet; fråga; resultat; sak; utgang; ämne
kwestie angelägenhet; fråga; resultat; sak; utgang; ämne affär; angelägenhet; fajta; fall; problem; rättsfråga; sak; strida; stridsfråga; uppgift
punt angelägenhet; fråga; resultat; sak; utgang; ämne betyg; betygsgrad
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
punt peka