Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. uppståndelse:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor uppståndelse (Zweeds) in het Nederlands

uppståndelse:

uppståndelse [-en] zelfstandig naamwoord

  1. uppståndelse (kackalorum; oväsen; liv; )
    het geharrewar
  2. uppståndelse (tumult; väsen; rabalder)
    de ophef; de deining
    • ophef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deining [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. uppståndelse (tjafs; bråk; väsen)
    de drukte; de ophef; kouwe drukte; het rumoer
    • drukte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ophef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kouwe drukte [znw.] zelfstandig naamwoord
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uppståndelse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deining rabalder; tumult; uppståndelse; väsen dyning
drukte bråk; tjafs; uppståndelse; väsen brådska; bråk; flöde; folkmassa; krakel; liv; liv och rörelse; livlighet; onödigt besvär; rabalder; rusning; ståhej; tjafs; tryck utav aktivitäter; tumult; väsen
geharrewar kackalorum; kiv; liv; oreda; oväsen; sorl; uppståndelse
kouwe drukte bråk; tjafs; uppståndelse; väsen bråk; onödigt besvär
ophef bråk; rabalder; tjafs; tumult; uppståndelse; väsen
rumoer bråk; tjafs; uppståndelse; väsen oljud; oväsen; rabalder; tumult

Synoniemen voor "uppståndelse":


Wiktionary: uppståndelse

uppståndelse
noun
  1. onrust bij een groep mensen

Cross Translation:
FromToVia
uppståndelse herrijzenis; wederopstanding; opstanding; verrijzenis Auferstehungerneutes lebendigwerden nach dem Tode