Zweeds
Uitgebreide vertaling voor uppriktigt (Zweeds) in het Nederlands
uppriktigt:
-
uppriktigt (djupt känd; innerligt; innerlig; djupt känt)
-
uppriktigt (uppriktig)
integer; onbesproken; onkreukbaar; rechtschapen-
integer bijvoeglijk naamwoord
-
onbesproken bijvoeglijk naamwoord
-
onkreukbaar bijvoeglijk naamwoord
-
rechtschapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppriktigt (öppen; uppriktig; klart; klar; tydligt; frimodig; frimodigt; rättfram; öppenhjärtigt)
rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen-
rechttoe rechtaan bijvoeglijk naamwoord
-
openlijk bijvoeglijk naamwoord
-
cru bijvoeglijk naamwoord
-
onomwonden bijvoeglijk naamwoord
-
onverbloemd bijvoeglijk naamwoord
-
onverholen bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppriktigt (uppriktig; sant; sann; ärligt)
-
uppriktigt (uppriktig; öppet)
rondborstig; met open vizier; onverholen-
rondborstig bijvoeglijk naamwoord
-
met open vizier bijvoeglijk naamwoord
-
onverholen bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppriktigt (uppriktig; ärligt; öppen; öppet)
oprecht; eerlijk; rechtschapen; open-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
eerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
rechtschapen bijvoeglijk naamwoord
-
open bijvoeglijk naamwoord
-