Zweeds
Uitgebreide vertaling voor uppenbart (Zweeds) in het Nederlands
uppenbart:
-
uppenbart (uppenbar; otvetydig; ofelbart; otvetydigt; otvekbart)
onmiskenbaar; herkenbaar; duidelijk-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppenbart (avbördat; klart; klar; lättad; lättat; avbördad; avlastat)
duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
helder bijvoeglijk naamwoord
-
klaar als een klontje bijvoeglijk naamwoord
-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppenbart (tydlig)
overduidelijk; onmiskenbaar; klaarblijkelijk-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
klaarblijkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppenbart (märkbar; synligt; tydligt; synlig; påtaglig; märkbart; påtagligt; identifierbar; synbart; identifierbart; förnimbar)
waarneembaar; herkenbaar; tastbaar; zichtbaar; merkbaar; bemerkbaar; voelbaar; hoorbaar-
waarneembaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
tastbaar bijvoeglijk naamwoord
-
zichtbaar bijvoeglijk naamwoord
-
merkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
bemerkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
voelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
hoorbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
uppenbart (uppenbar)
zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar-
zo klaar als een klontje bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
zonneklaar bijvoeglijk naamwoord
-