Zweeds
Uitgebreide vertaling voor unik (Zweeds) in het Nederlands
unik:
-
unik (säreget; säregen; unikt)
uniek; bijzonder; onvergelijkbaar; enig in zijn soort; apart; enig; onvergelijkelijk-
uniek bijvoeglijk naamwoord
-
bijzonder bijvoeglijk naamwoord
-
onvergelijkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
enig in zijn soort bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
enig bijvoeglijk naamwoord
-
onvergelijkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
unik (en gång)
Vertaal Matrix voor unik:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apart | säregen; säreget; unik; unikt | bisarrt; enskilt; excentriskt; exentrisk; exentriskt; exotiskt; isolerad; isär; kuriös; kuriöst; oregelbundet; separat; separerat; skild från; skilt; skilt från; stå ensam; sällsynt; särad; särat; udda; underlig; underligt; urskiljt; utländsk; utländskt; utsöndrad; utsöndrat |
bijzonder | säregen; säreget; unik; unikt | bisarrt; exentrisk; exentriskt; extrem; kuriös; kuriöst; ovanlig; ovanligt; specifik; särskild; udda |
eenmalig | en gång; unik | |
enig | säregen; säreget; unik; unikt | endast; fantastiskt; gullig; gulligt; litet; otrolig; otroligt; underbar; underbart; uteslutande |
onvergelijkbaar | säregen; säreget; unik; unikt | |
onvergelijkelijk | säregen; säreget; unik; unikt | makalös; makalöst; ouppnådd; ouppnått; oöverträffat; utan motstycket |
uniek | en gång; säregen; säreget; unik; unikt | sällsynt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enig in zijn soort | säregen; säreget; unik; unikt |