Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tunga:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tunga (Zweeds) in het Nederlands

tunga:

tunga [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tunga (klappa)
    de klepel; kleppel
    • klepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kleppel [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tunga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klepel klappa; tunga
kleppel klappa; tunga

Wiktionary: tunga


Cross Translation:
FromToVia
tunga tong ZungeAnatomie: das bewegliche Organ im Mund, mit dem man schmeckt, schleckt, leckt, die Nahrung hin und her schiebt und spricht
tunga tong Zungeübertragen, dichterisch: Sprache
tunga tong ZungeMusik: Teil in einem Musikinstrument, das im Luftstrom schwingt
tunga tong tongue — organ
tunga tong tongue — flap in a shoe
tunga tong langue — Organe musculaire charnu et mobile de la bouche.

Verwante vertalingen van tunga