Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trumpet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trumpet (Zweeds) in het Nederlands

trumpet:

trumpet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trumpet
    de bazuin; de piston; de klaroen; het blaasinstrument; de trompet; de toeter
    • bazuin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • piston [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klaroen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • blaasinstrument [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trompet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toeter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trumpet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bazuin trumpet
blaasinstrument trumpet blåsinstrument; mässingsinstrument
klaroen trumpet
piston trumpet pistong
toeter trumpet biltuta
trompet trumpet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- trumpen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toeter döfull; döfullt; fyllot

Wiktionary: trumpet


Cross Translation:
FromToVia
trumpet trompet trumpet — brass instrument
trumpet bazuin; trompet trompette — Celui qui sonner de la trompette.

Verwante vertalingen van trumpet