Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trumma:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trumma (Zweeds) in het Nederlands

trumma:

trumma [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trumma
    de trommel; de trom
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trom [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trumma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trom trumma
trommel trumma burk; dosa; kanna; lagringsburk; låda

Synoniemen voor "trumma":


Wiktionary: trumma


Cross Translation:
FromToVia
trumma drum; trom drum — instrument
trumma trommel Trommel — ein rundes, hohles Musikinstrument, über das eine Tierhaut spannen ist und auf das man mit der Hand oder einem Stock schlägt

Verwante vertalingen van trumma