Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trubbig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trubbig (Zweeds) in het Nederlands

trubbig:

trubbig bijvoeglijk naamwoord

  1. trubbig (trög; trögt; slött; )
    stomp
    • stomp bijvoeglijk naamwoord
  2. trubbig (trubbigt; slött)
    kortzichtig; ongenuanceerd

Vertaal Matrix voor trubbig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stomp stubbe; stump
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kortzichtig slött; trubbig; trubbigt
ongenuanceerd slött; trubbig; trubbigt inte differentierad
stomp burdus; burdust; okänsligt; slött; trubbig; trubbigt; trög; trögt

Synoniemen voor "trubbig":


Wiktionary: trubbig


Cross Translation:
FromToVia
trubbig bot; stomp blunt — Having a thick edge or point, as an instrument
trubbig bot obtuse — botany, zoology: blunt
trubbig stomp; stomphoekig; bot; dof; gesmoord; toonloos obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu.