Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trafik:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trafik (Zweeds) in het Nederlands

trafik:

trafik

  1. trafik
    het verkeer
    • verkeer [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trafik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkeer trafik publiks transport; samlag; sex; sexuell gemenskap

Wiktionary: trafik


Cross Translation:
FromToVia
trafik verkeer traffic — pedestrians or vehicles on roads or on the air
trafik verkeer traffic — exchange or flux of information, messages or data
trafik passage; verkeer traficnégoce, commerce de marchandises.

Verwante vertalingen van trafik