Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- trött:
-
Wiktionary:
- trött → moe, slaperig, vermoeid, uitputting, vermoeidheid
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor trött (Zweeds) in het Nederlands
trött:
-
trött (missmodig; kraftlöst; missmodigt)
-
trött (sömndrucken; sömnigt; sömndrucket)
slaapdronken-
slaapdronken bijvoeglijk naamwoord
-
-
trött (sliten; slitet; medtaget; tärd; tärt)
uitgesleten-
uitgesleten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor trött:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mat | dörrmatta; gräs; gräsbevuxen yta; gräsmarker; matta; ängsmarker | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mat | kraftlöst; missmodig; missmodigt; trött | avmattad; avmattat; blekt; dåsigt; färglös; färglöst; glanslös; glanslöst; grått; lustlöst; mattade; mattat; mulen; mulet; yrvaken; yrvaket |
slaapdronken | sömndrucken; sömndrucket; sömnigt; trött | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
niet uitbundig | kraftlöst; missmodig; missmodigt; trött | |
uitgesleten | medtaget; sliten; slitet; trött; tärd; tärt |