Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tjatter:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tjatter (Zweeds) in het Nederlands

tjatter:

tjatter [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. tjatter (babbel; kackel; snattrande)
    het gekeuvel; het geklets; het gebabbel; het gekwebbel
  2. tjatter (skvaller; prat)
    de kletspraat; de quatsch; de klets
    • kletspraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • quatsch [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klets [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tjatter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebabbel babbel; kackel; snattrande; tjatter kallprat; prat; pratstund; samspråk; skvaller; småprat
gekeuvel babbel; kackel; snattrande; tjatter prat; pratande; småprat
geklets babbel; kackel; snattrande; tjatter pladder; prat; skvaller; snack; strunt; struntprat; tomt prat
gekwebbel babbel; kackel; snattrande; tjatter
klets prat; skvaller; tjatter nonsens; pladder; prat; skvaller; snack; strunt; struntprat; svammel
kletspraat prat; skvaller; tjatter
quatsch prat; skvaller; tjatter

Synoniemen voor "tjatter":