Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tidsålder:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tidsålder (Zweeds) in het Nederlands

tidsålder:

tidsålder

  1. tidsålder (dygn; dag)
    de dag
    • dag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

tidsålder [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tidsålder (epok; era)
    de tijd
    • tijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tidsålder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag dag; dygn; tidsålder
tijd epok; era; tidsålder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag vi ses

Synoniemen voor "tidsålder":


Wiktionary: tidsålder


Cross Translation:
FromToVia
tidsålder era; tijdperk age — great period in the history of the Earth