Summa in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

summa:
- aggregaat; bedrag; geldsom; optelsom; samenvoeging; somma; optelling; som; samentelling; rekensom; rekenopgave
Wiktionary:
- summa → som, reeks, totaal, bedrag, somma, summa, totaalbedrag, totaalcijfer

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor summa (Zweeds) in het Nederlands

summa (aggregat; samling)
het aggregaat
- aggregaat [het ~] zelfstandig naamwoord
summa (belopp)
het bedrag
– een hoeveelheid geld ¹
- bedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
  - je krijgt 10 eieren voor een bedrag van 2 gulden¹
summa (summa pengar; penningsumma)
de geldsom
- geldsom [de ~] zelfstandig naamwoord
summa (lägga till)
de optelsom; de samenvoeging
- optelsom [de ~] zelfstandig naamwoord
- samenvoeging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
summa
de somma
- somma [de ~] zelfstandig naamwoord
summa (tilläggssumma; tillägg)
de optelling; de som; samentelling
- optelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- som [de ~] zelfstandig naamwoord
- samentelling [znw.] zelfstandig naamwoord
summa (svar)
de rekensom; rekenopgave
- rekensom [de ~] zelfstandig naamwoord
- rekenopgave [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aggregaat	aggregat; samling; summa
bedrag	belopp; summa
geldsom	penningsumma; summa; summa pengar
optelling	summa; tillägg; tilläggssumma
optelsom	lägga till; summa
rekenopgave	summa; svar
rekensom	summa; svar
samentelling	summa; tillägg; tilläggssumma
samenvoeging	lägga till; summa	ackumulering; arrangemang; förbindelse; kedja; komposition; koppling; montage; räcka; sammanfogning; sammanlagning; sammanställning; sammansvärjning; sammansättning; sekvens; serie
som	summa; tillägg; tilläggssumma
somma	summa

Cross Translation:

From	To	Via
• summa	→ som	↔ Summe — Ergebnis der Addition mehrerer Zahlen.
• summa	→ reeks	↔ series — in analysis: sum of the terms of a sequence
• summa	→ som	↔ sum — quantity obtained by addition or aggregation
• summa	→ som	↔ sum — quantity of money
• summa	→ totaal	↔ total — amount
• summa	→ totaal; som	↔ total — sum
• summa	→ bedrag; som; somma; summa; totaal; totaalbedrag; totaalcijfer	↔ somme — (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.