Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sugga:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sugga (Zweeds) in het Nederlands

sugga:

sugga [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sugga (so)
    de zeug; de zeugen
    • zeug [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zeugen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor sugga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeug so; sugga
zeugen so; sugga

Synoniemen voor "sugga":

  • so; grismamma

Wiktionary: sugga

sugga
noun
  1. vrouwelijk varken

Cross Translation:
FromToVia
sugga zeug sow — female pig
sugga zeug; keu; trui truiefemelle du porc.