Stopp in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stopp (Zweeds) in het Nederlands

stopp (blockering; förstoppning)
de verstopping; de opstopping
- verstopping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opstopping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
stopp (obstruktion; stockning; hindrande)
de stremming; vastlopen
- stremming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vastlopen [znw.] zelfstandig naamwoord
stopp (förhindrande; hinder; avspärrning)
beletten; weerhouden; afhouden
- beletten [znw.] zelfstandig naamwoord
- weerhouden [znw.] zelfstandig naamwoord
- afhouden [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afhouden	avspärrning; förhindrande; hinder; stopp
beletten	avspärrning; förhindrande; hinder; stopp
opstopping	blockering; förstoppning; stopp	trafikstockning
stremming	hindrande; obstruktion; stockning; stopp
vastlopen	hindrande; obstruktion; stockning; stopp	misslyckande; sammanbrott
verstopping	blockering; förstoppning; stopp	förstoppning
weerhouden	avspärrning; förhindrande; hinder; stopp
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afhouden		avvärja; dra av; dra ifrån; förhindra; hindra; hålla tillbaka; hålla undan; parera; stoppa
beletten		förebygga; förhindra; hejda; hindra; hämma; hålla tillbaka; stoppa
vastlopen		fastna; häfta; klibba fast; krascha; köra fast; sitta fast; stagnera; stanna av
weerhouden		hindra; hålla tillbaka; stoppa

Cross Translation:

From	To	Via
• stopp	→ verstopping	↔ block — something that prevents passing
• stopp	→ stop; pauze	↔ stop — interruption of travel
• stopp	→ stopper	↔ stop — device to block path
• stopp	→ halte	↔ Halt — Station eines Verkehrsmittels, an der dieses anhalten