Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stop:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stop (Zweeds) in het Nederlands

stop:

stop [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. stop (tillbringare; kannor; krus; krukor; stånkor)
    de kannen
    • kannen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor stop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kannen kannor; krukor; krus; stop; stånkor; tillbringare

Synoniemen voor "stop":


Wiktionary: stop


Cross Translation:
FromToVia
stop doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; schrijn; overzetboot; pont; pontveer; schouw; veerboot; veerpont bac — Traductions à trier suivant le sens
stop doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; kuip; teil; tobbe baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
stop kruik cruche — récipient à anse