Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stift:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stift (Zweeds) in het Nederlands

stift:

stift [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. stift (spik)
    tapeind
    • tapeind [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. stift (biskopsdöme)
    het bisdom; het sticht
    • bisdom [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sticht [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. stift
    de viltpen
    • viltpen [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. stift (pinne)
    het haakje; het ophanghaakje

Vertaal Matrix voor stift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bisdom biskopsdöme; stift
haakje pinne; stift
ophanghaakje pinne; stift
sticht biskopsdöme; stift
tapeind spik; stift
viltpen stift

Synoniemen voor "stift":


Wiktionary: stift


Cross Translation:
FromToVia
stift stift lead — refill for writing tool
stift bisdom BistumChristentum: Amtsbezirk eines Bischofs
stift bisdom Diözeserömisch-katholische Kirche: Amtsgebiet eines Bischofs

Verwante vertalingen van stift