Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stav:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stav (Zweeds) in het Nederlands

stav:

stav [-en] zelfstandig naamwoord

  1. stav (stavhoppsstav)
    de polsstok
    • polsstok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. stav (stång; käpp)
    de staaf; de baton; de stang; de stok; de staf
    • staaf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • baton [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stang [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stav:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baton käpp; stav; stång
polsstok stav; stavhoppsstav
staaf käpp; stav; stång chokladstång; stång
staf käpp; stav; stång besättning; personal; verkställande direktör
stang käpp; stav; stång
stok käpp; stav; stång

Synoniemen voor "stav":


Wiktionary: stav


Cross Translation:
FromToVia
stav boom; paal pole — long and slender object
stav staf staff — long, straight stick
stav stok stick — long piece of wood
stav stok stick — cylindrical piece (of chalk, wax etc)
stav baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok bâton — Morceau de bois assez long
stav hengel; staf; stok canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.