Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor spröd (Zweeds) in het Nederlands
spröd:
-
spröd (skört; bräcklig; sprött)
-
spröd (späd; delikat; sprött; fint; skört; ömtåligt; klent; spätt; fin)
delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; teer; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar-
delicaat bijvoeglijk naamwoord
-
kwetsbaar bijvoeglijk naamwoord
-
teder bijvoeglijk naamwoord
-
frèle bijvoeglijk naamwoord
-
teer bijvoeglijk naamwoord
-
tenger bijvoeglijk naamwoord
-
fijngevoelig bijvoeglijk naamwoord
-
fijn bijvoeglijk naamwoord
-
broos bijvoeglijk naamwoord
-
fragiel bijvoeglijk naamwoord
-
iel bijvoeglijk naamwoord
-
zwak bijvoeglijk naamwoord
-
breekbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor spröd:
Synoniemen voor "spröd":
Computer vertaling door derden: