Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spån:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spån (Zweeds) in het Nederlands

spån:

spån [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. spån (flisor)
    de snippers; de spaanders
    • snippers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spaanders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor spån:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snippers flisor; spån
spaanders flisor; spån

Synoniemen voor "spån":


Wiktionary: spån

spån
noun
  1. een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout

Cross Translation:
FromToVia
spån zaagsel sawdust — dust created by sawing

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van spån