Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. smarthet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor smarthet (Zweeds) in het Nederlands

smarthet:

smarthet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. smarthet (skärpa)
    bij de pinken zijn
  2. smarthet (list; skärpa; beräkning)
    de geslepenheid; de gewiekstheid
  3. smarthet
    de schranderheid; de pienterheid; de slimheid; de intelligentie

Vertaal Matrix voor smarthet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij de pinken zijn skärpa; smarthet
geslepenheid beräkning; list; skärpa; smarthet list; listighet; slughet
gewiekstheid beräkning; list; skärpa; smarthet fiffighet; klipsk; list; listig; slughet
intelligentie smarthet begrepp; förståndsgåvor; föstånd; intellekt; intelligens
pienterheid smarthet
schranderheid smarthet intelligens; klokhet; skarpsinne; skarpsinnighet; slughet
slimheid smarthet fiffighet; list; trick

Wiktionary: smarthet


Cross Translation:
FromToVia
smarthet slimheid Schläue — (praktisches) Wissen und Intelligenz, um bestimmte Ziele zu erreichen