Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal slipande

Vertaal slipande van Zweeds naar Nederlands

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. slipande:
  2. slipa:
  3. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slipande (Zweeds) in het Nederlands

slipande:

slipande [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. slipande (malning)
    slijpen; wegslijpen

Vertaal Matrix voor slipande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slijpen malning; slipande
wegslijpen malning; slipande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slijpen bryna; skärpa; slipa; vässa
wegslijpen klara; polera; slipa bort

slipa:

slipa werkwoord (slipar, slipade, slipat)

  1. slipa (vässa; skärpa)
    slijpen; scherp maken
  2. slipa (vässa)
    slijpen; aanslijpen
    • slijpen werkwoord (slijp, slijpt, slijpte, slijpten, geslepen)
    • aanslijpen werkwoord (slijp aan, slijpt aan, sleep aan, slepen aan, aangeslepen)
  3. slipa (vässa)
    aanscherpen; aanspitsen
    • aanscherpen werkwoord
    • aanspitsen werkwoord (spits aan, spitst aan, spitste aan, spitsten aan, aangespitst)
  4. slipa (bryna)
    slijpen; wetten; aanzetten; scherpen
    • slijpen werkwoord (slijp, slijpt, slijpte, slijpten, geslepen)
    • wetten werkwoord (wet, wette, wetten, gewet)
    • aanzetten werkwoord (zet aan, zette aan, zetten aan, aangezet)
    • scherpen werkwoord (scherp, scherpt, scherpte, scherpten, gescherpt)
  5. slipa
    een slepende gang hebben

Conjugations for slipa:

presens
  1. slipar
  2. slipar
  3. slipar
  4. slipar
  5. slipar
  6. slipar
imperfekt
  1. slipade
  2. slipade
  3. slipade
  4. slipade
  5. slipade
  6. slipade
framtid 1
  1. kommer att slipa
  2. kommer att slipa
  3. kommer att slipa
  4. kommer att slipa
  5. kommer att slipa
  6. kommer att slipa
framtid 2
  1. skall slipa
  2. skall slipa
  3. skall slipa
  4. skall slipa
  5. skall slipa
  6. skall slipa
conditional
  1. skulle slipa
  2. skulle slipa
  3. skulle slipa
  4. skulle slipa
  5. skulle slipa
  6. skulle slipa
perfekt particip
  1. har slipat
  2. har slipat
  3. har slipat
  4. har slipat
  5. har slipat
  6. har slipat
imperfekt particip
  1. hade slipat
  2. hade slipat
  3. hade slipat
  4. hade slipat
  5. hade slipat
  6. hade slipat
blandad
  1. slipa!
  3. slipa!
  5. slipad
  6. slipande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor slipa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanslijpen skärpande; vässande
aanzetten ansporrande; övertalande
slijpen malning; slipande
wetten lagar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanscherpen slipa; vässa fördjupa; förstärka; intensifiera; stärka
aanslijpen slipa; vässa
aanspitsen slipa; vässa
aanzetten bryna; slipa agna; driva; driva på; egga upp; hetsa; jaga på; koppla in; koppla på; locka; piska på; skynda på; slå på; sporra; stimulera; tända på
een slepende gang hebben slipa
scherp maken skärpa; slipa; vässa
scherpen bryna; slipa
slijpen bryna; skärpa; slipa; vässa
wetten bryna; slipa

Wiktionary: slipa

Cross Translation:
FromToVia
• slipa → scherp maken; slijpen; aanzetten ↔ hone — to sharpen with a hone
• slipa → schuren ↔ sand — to abrade with sand or sandpaper
• slipa → wetten; slijpen; scherpen ↔ whet — hone or rub on with some substance for the purpose of sharpening
• slipa → aanzetten; slijpen; scherpen; wetten ↔ affiler — aiguiser le tranchant émousser ou ébrécher d’un instrument, lui donner le fil.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0412 seconde
Page rendered in 1.0 seconds