Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. slav:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slav (Zweeds) in het Nederlands

slav:

slav [-en] zelfstandig naamwoord

  1. slav (träl)
    de slaaf
    • slaaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. slav (träl)
    de slaaf; de lijfeigene
    • slaaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lijfeigene [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. slav
    dienstslaaf
  4. slav (missbrukare)
    de verslaafde

Vertaal Matrix voor slav:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dienstslaaf slav
lijfeigene slav; träl
slaaf slav; träl
verslaafde missbrukare; slav

Synoniemen voor "slav":


Wiktionary: slav


Cross Translation:
FromToVia
slav Slavische; Slaaf Slav — a member of a group of peoples in Eastern Europe speaking a Slavic language
slav slaaf; slavin slave — person owned by another
slav Slaaf; Slavische Slave — géog|nocat=1 habitant ou habitante d’Europe centrale ou Europe orientale dont la langue fait partie du groupe des langues slaves.

Verwante vertalingen van slav