Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slödder (Zweeds) in het Nederlands

slödder:

slödder [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. slödder
    het schorriemorrie; het tuig; het gespuis; het geboefte; het uitschot; het gebroed
  2. slödder (pöbel; pack; patrask)
    het canaille
    • canaille [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. slödder (pack; patrask)
    het plebs; het gepeupel; het rapaille; de grauw
    • plebs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gepeupel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rapaille [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. slödder (pack; patrask)
    de janhagel
    • janhagel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slödder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canaille pack; patrask; pöbel; slödder
geboefte slödder
gebroed slödder avkommor; kull; liggning på ägg; ruvning; unga djur; uppviglare; ättlingar
gepeupel pack; patrask; slödder
gespuis slödder uppviglare
grauw pack; patrask; slödder grymtning; morrning
janhagel pack; patrask; slödder
plebs pack; patrask; slödder
rapaille pack; patrask; slödder
schorriemorrie slödder
tuig slödder rigg; riggning; utrustning
uitschot slödder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauw askgrå; askgrått; otröstlig; otröstligt; tröstlöst

Synoniemen voor "slödder":


Wiktionary: slödder


Cross Translation:
FromToVia
slödder doerak Kanaillekein Plural, veraltet: Menschenmenge aus heruntergekommenen oder zwielichtigen Personen
slödder schooner; loeder; ploert; rotzak; schoft; zwijnjak canaille — péjoratif|fr (term, Collectif) vil populace.