Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skrud (Zweeds) in het Nederlands

skrud:

skrud [-en] zelfstandig naamwoord

  1. skrud (ämbetsdräkt)
    de tabberd
    • tabberd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. skrud (ämbetsdräkt; mässhake)
    priesterlijk ambtsgewaad; kerkgewaad; liturgisch gewaad

Vertaal Matrix voor skrud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kerkgewaad mässhake; skrud; ämbetsdräkt
liturgisch gewaad mässhake; skrud; ämbetsdräkt
priesterlijk ambtsgewaad mässhake; skrud; ämbetsdräkt
tabberd skrud; ämbetsdräkt