Zweeds
Uitgebreide vertaling voor skamlig (Zweeds) in het Nederlands
skamlig:
-
skamlig (oanständig; oförskämt; skamligt; oanständigt)
onfatsoenlijk; ongepast; onbetamelijk; onwelvoegelijk; onbehoorlijk; ongehoord-
onfatsoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongepast bijvoeglijk naamwoord
-
onbetamelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onwelvoegelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onbehoorlijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongehoord bijvoeglijk naamwoord
-
-
skamlig (avskyvärd; avskyvärt; skamligt; vedervärdigt)
-
skamlig (vanhedrande; skamligt; vanhedrandet; vanärandet)
-
skamlig (dåligt; falskt; skamligt; dålig; falsk)
stiekem; in het geniep; snood; gluiperig; achterbaks; geniepig-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
in het geniep bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
-
skamlig (syndig; skamligt; syndigt; skandalöst)
Vertaal Matrix voor skamlig:
Wiktionary: skamlig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• skamlig | → schamelijk | ↔ ignominious — marked by shame of disgrace |