Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. show:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor show (Zweeds) in het Nederlands

show:

show [-en] zelfstandig naamwoord

  1. show (föreställning; uppvisning)
    de voorstelling; de happening; de show; de performance
  2. show (uppvisning; spektakel; demonstration)
    de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
    • opvoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vertoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • staatsie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • show [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • parade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor show:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
happening föreställning; show; uppvisning
opvoering demonstration; show; spektakel; uppvisning
parade demonstration; show; spektakel; uppvisning defilering; parad
performance föreställning; show; uppvisning
show demonstration; föreställning; show; spektakel; uppvisning
staatsie demonstration; show; spektakel; uppvisning ceremoni; procession; tåg
vertoning demonstration; show; spektakel; uppvisning
voorstelling demonstration; föreställning; show; spektakel; uppvisning

Synoniemen voor "show":


Wiktionary: show


Cross Translation:
FromToVia
show spektakel; show Show — Vorführung eines (großen) Unterhaltungsprogramms vor Publikum (beispielsweise im Theater oder Varieté; oft in Fernsehen oder Radio übertragen), teilweise mit Informationscharakter
show show; voorstelling show — entertainment

Verwante vertalingen van show