Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sannolik:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sannolik (Zweeds) in het Nederlands

sannolik:

sannolik bijvoeglijk naamwoord

  1. sannolik (antagligen; troligt; plausibelt; sannolikt)
    waarschijnlijk; plausibel; geloofwaardig; aannemelijk; acceptabel

Vertaal Matrix voor sannolik:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemelijk antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt giltigt; gällande; gällandet; lagligt; legitim; legitimt; övertygande
acceptabel antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt
geloofwaardig antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt
plausibel antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt
waarschijnlijk antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt möjlig; möjligt; trolig; troligt; tänkbart

Synoniemen voor "sannolik":


Wiktionary: sannolik


Cross Translation:
FromToVia
sannolik vermoedelijk probable — Qui a une apparence de vérité, qui paraît fondé en raison.
sannolik waarschijnlijk vraisemblable — Qui paraît vrai, qui a l’apparence de la vérité, qui pouvoir passer pour vrai.