Zweeds

Uitgebreide vertaling voor samtidigt (Zweeds) in het Nederlands

samtidigt:

samtidigt bijvoeglijk naamwoord

  1. samtidigt
    ondertussen; alvast; inmiddels; in de tussentijd; intussen; onderwijl; onderhand
  2. samtidigt
    terwijl
    – gelijktijdig met iets anders 1
    • terwijl bijvoeglijk naamwoord
      • terwijl ik afwas, stopt Evert de kinderen in bed1
    terzelfder tijd
  3. samtidigt
    tegelijkertijd; gelijktijdig; tegelijk
  4. samtidigt (simultan; synkron; synkront; simultant)
    simultaan; gelijktijdig; tegelijk
  5. samtidigt (samtidig)

Vertaal Matrix voor samtidigt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijktijdig samtidigt; simultan; simultant; synkron; synkront synkron; synkront
simultaan samtidigt; simultan; simultant; synkron; synkront
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alvast samtidigt
inmiddels samtidigt under tiden
intussen samtidigt under tiden
onderhand samtidigt
ondertussen samtidigt medan; under tiden; under tiden som
onderwijl samtidigt
tegelijk samtidigt; simultan; simultant; synkron; synkront
tegelijkertijd samtidigt
tezelfdertijd samtidig; samtidigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in de tussentijd samtidigt
terwijl samtidigt medan; under tiden som
terzelfder tijd samtidigt

Synoniemen voor "samtidigt":


Wiktionary: samtidigt


Cross Translation:
FromToVia
samtidigt tegelijkertijd; ineens; tegelijk at once — at the same time
samtidigt tezelfdertijd at the same time — simultaneously
samtidigt tegelijkertijd; tegelijk; simultaan; gelijktijdig simultaneously — occurring at the same time
samtidigt trouwens then — at the same time; on the other hand