Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor samtal (Zweeds) in het Nederlands

samtal:

samtal [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. samtal (diskussion; konversation)
    de discussie; het gesprek
    • discussie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gesprek [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. samtal
    het gesprek; de conversatie
  3. samtal
    de oproep
    • oproep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. samtal (möten; samlingar; diskussioner; konversationer; symposier)
    de besprekingen; de vergaderingen
  5. samtal (konversation; pratstund)
    het gesprek; mondeling onderhoud
  6. samtal (dialoger)
    de samenspraken

Vertaal Matrix voor samtal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besprekingen diskussioner; konversationer; möten; samlingar; samtal; symposier
conversatie samtal
discussie diskussion; konversation; samtal debatt; diskussion
gesprek diskussion; konversation; pratstund; samtal dialog; konversation; samspråk
mondeling onderhoud konversation; pratstund; samtal
oproep samtal upprop
samenspraken dialoger; samtal
vergaderingen diskussioner; konversationer; möten; samlingar; samtal; symposier

Synoniemen voor "samtal":


Wiktionary: samtal


Cross Translation:
FromToVia
samtal gesprek; babbel chat — conversation to stop an argument or settle situations
samtal gesprek conversation — talking
samtal gesprek Gesprächmündliche Kommunikation zwischen zwei oder mehreren Menschen

Verwante vertalingen van samtal