Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. säsonger:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor säsonger (Zweeds) in het Nederlands

säsonger:

säsonger zelfstandig naamwoord

  1. säsonger
    de kruiden; de kruiderij
    • kruiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kruiderij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor säsonger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruiden säsonger kryddor; smaksättare; örter
kruiderij säsonger krydda
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruiden ge smak åt; krydda