Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- säsong:
-
Wiktionary:
- säsong → seizoen, jaargetijde
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor säsong (Zweeds) in het Nederlands
säsong:
-
säsong (årstid)
Vertaal Matrix voor säsong:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jaargetijde | säsong; årstid | |
seizoen | säsong; årstid |